De
Paasboodschap klinkt in het graf |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
Het heeft
in deze dienst geklonken, maar bij de voorbereiding aarzelden we of we
dat lied wel zouden gebruiken.
Het leven dat door stenen omhoog kroop, associeerden we met de oorlog
in Oekraïne.
De kapotgeschoten huizen, de flatgebouwen die door raketten half of
helemaal in
puin waren gelegd. En de mensen die daaronder gevangen zitten, bedolven
onder
de stenen en het beton. Ik sprak
ooit iemand die bij het bombardement op Rotterdam als klein kind
bedolven was
geraakt onder het puin en ternauwernood gered. Hij vertelde dat hij
zijn hele
leven het gewicht van die stenen op zijn borst had gevoeld. Hij had
zich nooit
meer vrij gevoeld en pas een intensieve behandeling bij professor
Bastiaans,
meer dan veertig jaar na het bombardement in de 40-45-kliniek had hem
verlichting en bevrijding gegeven. Zo lang en zo hard tekent oorlog
mensen. Pasen is geen
goedkope boodschap. Het is een boodschap die klinkt in het graf. Het is
een
boodschap die klinkt in de schuilkelder, onder het puin. Christus is
opgestaan.
Het is een boodschap die pas tevoorschijn komt na verraad, marteling en
sterven. Het is een boodschap die ook geen gemakkelijke overwinning
belooft. De
engel zegt niet: nu is alles goed. In het graf, helemaal op de bodem,
daar zegt
de engel: ‘de Heer is opgestaan’. En wat dat betekent? Mijn Paasverhaal gaat vandaag over mascara. U weet, de kerken uit Haarlemmermeer helpen bij de opvang van de meer dan 1100 vluchtelingen uit Oekraïne die in Haarlemmermeer zijn ondergebracht. Bij twee van de hotels, waarin vluchtelingen zijn ondergebracht, zitten elke ochtend en elke middag vrijwilligers uit de kerken. Ze proberen om vragen van vluchtelingen te beantwoorden – over de dokter, of over een formulier – en soms te luisteren naar verhalen. Ook proberen we om kleine spulletjes te leveren. Soms gaat dat om praktische zaken zoals luiers of incontinentiemateriaal, soms ook om hele kleine dingen die veel verschil kunnen maken. Zo vroegen een aantal vrouwen om mascara. Ze hadden met zijn negenen een potje gehad – en nu was dat potje op. En ze wilden zo graag een nieuw potje. Die vrouwen probeerden om in de moeilijke omstandigheden waarin ze verkeerden – je hebt alles achter je gelaten, misschien is je huis kapot, je weet het niet, je hebt zorgen om je man of om je familie – en dan probeer je toch iets van je schoonheid te bewaren. Zorg voor je zelf. Je laat je zelf niet reduceren tot een zak botten en vlees, die ergens opgeborgen moet worden, maar je zorgt voor jezelf. Je wil er mooi uitzien en daarmee bewaar je iets van je eigen menselijke waardigheid, maar ook van de menselijke waardigheid in het algemeen. Mooi zijn, verzorgd zijn, tegen alle ellende in. Als de
vrouwen op Paasmorgen het rotsgraf in lopen doen ze een verbijsterende
ontdekking: het lichaam van Jezus is er niet. En dan ontstaat er een
impasse.
Want wat betekent dit. Wat kan er gebeurd zijn? Afgelopen maandag
hadden we
hier in De Lichtkring een Paasspel van een toneelgroep waar onze
diaken ook aan meedeed. Het was een rechtbankzitting waarin
het
draaide om de vraag: het graf is leeg, wat is er gebeurd? Is Jezus
opgestaan,
of is zijn lichaam gestolen, heeft misschien de tuinman het gedaan? We
hoorden
allerlei getuigenissen en op het einde mochten we voor onszelf
beslissen wie we
zouden geloven of wat we zouden geloven. Eigenlijk werden we aan het
einde van
het toneelstuk voor een geloofsvraag gesteld: geloof je dat Christus is
opgewekt?
Om ‘ja’ te
zeggen op die vraag – ja, Christus is opgestaan - is onmiskenbaar
geloof nodig.
Het is geen natuurkundige zekerheid – en dat is het al niet in het
Paasevangelie. Ook in het Paasevangelie kan er van alles aan de hand
zijn. Het
lichaam van Jezus kan gestolen zijn, de tuinman kan het gedaan hebben.
Doorslaggevend is een boodschap. Een boodschap uit de hemel. Twee
gestalten,
twee mannen in stralende, hemelse gewaden verschijnen aan hen. En zij
vertellen
aan de vrouwen dat Christus is opgewekt. Pasen is dat je met eigen ogen
een
leeg graf ziet en een hemelse boodschap: dat Christus is opgestaan. Maar hoe kan
je dat geloven? De leerlingen van Jezus geloven het niet als de vrouwen
bij hen
komen. ‘Kletspraat’ noemen ze het verhaal van de vrouwen. Het is een
typische
seksistische reactie van mannen op vrouwen, om iets wat ze inbrengen en
wat
nieuw en anders is, kletspraat te noemen. Maar Petrus gaat toch even
kijken.
Nee, geen engelen te zien, zie je wel, kletspraat. Maar hé, maar wel de
linnen doeken,
losgemaakt van het lichaam. Een grafrover zou die losmaken.
Merkwaardig, wat
zou dat kunnen betekenen, het zou toch niet… En dan in
het verhaal zwenkt de camera naar een hele andere scene. Niet meer naar
de
vrouwen die dicht bij Jezus stonden en naar de elf meest nabije
leerlingen van
Jezus, maar naar twee mensen die op een veel grotere afstand van Jezus
staan. Het
is niet meer de inner circle, het zijn meer gewone volgelingen, meer
mensen
zoals wij. Mensen die wel vaag iets hebben gehoord van een leeg graf en
opstanding, maar vooral verdriet hebben. Moedeloos zijn, teleurgesteld
zijn,
hoe alles verlopen is ‘we leefden in de hoop dat hij het was die Israël
zou
bevrijden. Maar hij is ter dood veroordeeld en gekruisigd. En nu is het
al de
derde dag, vertellen ze aan de man die naast hen is komen lopen. En dan
begint de man die naast hen loopt te spreken: maar is wat er gebeurd
is, nu
niet precies waar de profeten en de Schriften het steeds over gehad
hebben, dat
degene die Israël zou gaan bevrijden, veel zou moeten lijden. Is dat
niet de
boodschap van God, dat zijn overwinning klinkt vanuit het graf en
vanuit de
schuilkelder, en dat niet als een spectaculair decor, maar omdat hij
daar zelf
geweest is. Hij zelf lag onder het puin van de dood. Hij was daar met
de mensen
in Oekraïne en met zoveel mensen die lijden in deze wereld. Hij was er
toen je
zo in de put zat en niets merkte van God of van welk goed verhaal dan
ook. Daar
vertelt hij zijn boodschap van de overwinning van de hemel, van recht,
van
gerechtigheid, betrokkenheid. De drie
mannen gaan aan tafel. En dan, als Jezus het brood breekt en ronddeelt
herkennen ze hem. Ze zijn zelf niet bij het graf geweest, ze hebben
geen engel
gezien, meer dan een verhaal, dat ze nauwelijks geloven, hebben ze niet
gehoord
– maar nu, nu ze het brood zien dat gedeeld wordt, herkennen ze Jezus.
Delen
zoals Jezus het deed, toen hij leefde. Gebroken worden, zoals Jezus
gebroken
werd toen hij stierf. Aanwezig zijn in hun midden, zoals Jezus, de
opgestane
dat is onder ons. En de boodschap van Pasen dringt tot hen door. Die
boodschap is een enorme boodschap. Het is een boodschap van hoop. Het
is een
boodschap van een revolutie, van een omkeer. Het is de boodschap:
liefde is
sterker dan de dood, barmhartigheid draagt vrucht, kwaad kan
uiteindelijk
niets, hoop is terecht. Jezus, de mens van liefde, barmhartigheid en
eindeloze
hoop, Jezus die gedood is, hij leeft en hij leeft voor altijd. Het Paasevangelie is niet zomaar een verhaal van optimisme. Het is hoop in de moeiten van ons leven. Het is de boodschap uit de hemel die klinkt in het graf van ons leven. Het is de belofte dat Christus is opgestaan is en met ons is, alle dagen van ons leven. Amen. Lukas 24:1-35 Pasen 2022
Hoofddorp |