'Uit
Egypte heb ik mijn zoon geroepen' |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
En toch. Toch is het vieren van Kerstmis ook
soms pijnlijk. Een kind dat niet thuiskomt. Ruzie, verwijdering en je weet niet
precies waarom. En met de mensen die er wel zijn probeer je er het beste van te
maken. En dat lukt, maar toch. Ik ging dit jaar niet met Kerstmis
naar mijn moeder, die dit jaar overleed. En ook u kent geliefden, partners, kinderen
die je in deze dagen nog weer veel meer dan anders mist. Afgelopen donderdag ben ik naar het Mercatorplein in Amsterdam geweest. Daar stond de afgelopen week een klein glazen huisje en een boom. En die boom en dat huisje gingen over verdriet en blijdschap. In het huisje kon je in een boek schrijven wat je wilde vieren met deze Kerstdagen. En ook kon je opschrijven waar je verdriet over had. En als je daar zo zat was er iemand in de buurt die jou zou kunnen begrijpen. Ik ontmoette er een jonge vrouw – een rouwdeskundige, klinkt zo zwaar, ze was meer een ervaringsdeskundige, ik heb het niet nagevraagd, maar ze liet doorschemeren dat ze een kind verloren had. Kortom: iemand die niet zo snel de verkeerde woorden zou zeggen. En tenslotte kon je verdriet of blijdschap op een lint schrijven dat je aan een boom kon hangen. U ziet dat de boom boordevol met linten hangt. Dit zijn een paar teksten die opgeschreven stonden: Ik vond het een prachtig project. Het deed me er aan denken dat in het
Kerstverhaal het verdriet meteen ook al zo aanwezig is. Vanaf het begin. Jezus
wordt geboren. In het evangelie van Lukas is er dan het mooie verhaal van de
engelen en de herders. Dat is een verhaal van ‘grote blijdschap’ en van vieren.
Wat vier je, het geweldige van Jezus’ geboorte. Maar bij Mattheus is er meteen ook een
andere toon. Ja, geweldig dat de wijzen uit het Oosten komen. Teken dat de
knapste koppen van die tijd Jezus al kennen en aanbidden. Teken dat de profetie
van Jesaja, dat de volkeren van de aarde naar Israël komen vervuld is. En een
vooruitgrijpen op het slot van het evangelie als de leerlingen worden
uitgezonden om alle volken tot discipelen van Jezus te maken. Maar het geboorteverhaal van Mattheus
grijpt ook op een andere manier vooruit. Het grijpt vooruit op de bedreiging
van zijn leven die Jezus zal ondervinden. Het grijpt vooruit op zijn kruisdood.
Meteen vanaf het begin is Jezus’ leven in gevaar. In het lijdensverhaal zullen
Herodes en Pilatus samen met anderen Jezus ter dood brengen. Maar ook bij zijn
geboorte is er al een koning Herodes – weliswaar een andere, maar toch, een
koning Herodes – die Jezus naar het leven staat. Een pasgeboren koning nu. Of ‘Koning
der Joden’ straks op het kruis. Een koning
Herodes is voor die concurrentie doodsbenauwd. Het vertelt iets over het leven van
Jezus. Dat Jezus’ leven van het begin af aan onder deze dreiging staat. Dat
prachtige leven Jezus – de genezingen, de wonderen van vergeving en wijsheid – het
staat in dit teken. En wij weten het voor ook voor ons geloof: ons geloof, ons
leven, staat in de vreugde van Kerstmis, het is een leven met Gods zegen, op
een goede aarde. En tegelijkertijd is ons leven ook omgeven door verlies en
ziekte. Is de dood altijd op de achtergrond aanwezig. En soms heel nadrukkelijk
op de voorgrond. Toen de restaurants nog open waren at
ik in een Amsterdamse pizzeria. In deze pizzeria zag ik een portret hangen van
Koptische paus, de paus van de Egyptische christenen. Ik raakte met de eigenaar
aan de praat en hij vertelde vol trots hoezeer het evangelie en Egypte met
elkaar verbonden zijn. Er stonden daar natuurlijk verhalen over in de Bijbel,
maar kende ik alle wonderen wel die op de vlucht naar Egypte gebeurd waren? En in
de pizzeria begon de eigenaar mij allerlei wonderverhalen te vertellen, die zo
niet in de Bijbel voorkomen, maar leven in de traditie van de Koptische, de
Egyptische kerk. Dat Jozef en Maria in hun tocht door de woestijn geleid werden
door een engel, zoals ooit het volk Israël door een vuurkolom. Alleen hadden ze
de weg nooit kunnen vinden, maar een engel had hen geleid. En wist ik niet dat
de engel niet alleen aan Jozef was verschenen maar ook in een droom aan Maria.
De engel had ook Maria in een droom overtuigd. En ja, Jezus, had in Bethlehem
in een kribbe gelegen, maar wat was het land geweest waar de voeten van Jezus
voor het eerst de grond geraakt hadden? Nou, Egypte! En de steen met zijn
voetafdruk is tot op de dag van vandaag te zien. Thuis, zoekend op internet stuitte ik
op veel meer verhalen over het verblijf van Jezus in Egypte. Het kind Jezus zou
bij een man een boze geest hebben uitgedreven. Het kind Jezus zou ook een
rouwstoet hebben gezien en zoveel medelijden hebben gekregen met het verdriet
van de rouwenden dat hij de dode man opwekte. Wat je eigenlijk ziet in deze
legendes is dat de Egyptische kerk evangelieverhalen over genezingen en opstandingswonderen
die Jezus in zijn volwassen leven zal verrichten, als het ware verplaatst heeft
naar de kinderjaren van Jezus en naar Egypte. Ook in zijn kinderjaren, in
Egypte gebeurt het allemaal al. Hier, in ons land, heeft het allemaal plaats.
En als eerste. Wat moet je er mee? Waarom vertel ik
dit u? Is dit folklore? Ja, zeker. Is dit een soort nationalistische diefstal:
het vindt allemaal niet plaats in Israël, maar bij ons in Egypte was het
allemaal al eerder? Ja, daar heeft het ook iets van. Maar het is nog meer. Het
is ook echt mooi en bijbels. Mattheus citeert het woord van de
profeet Hosea ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen’ en past dat op Jezus toe. Het
leven van Jezus wordt bedreigd door Herodes, zoals hij zijn hele leven wordt
bedreigd en uiteindelijk door een Herodes wordt gekruisigd. Jezus moet vluchten
naar Egypte. Maar het profetenwoord dat klinkt is: ik roep je daar vandaan. Ik,
God, ik laat je een uittocht maken. Zoals ik je straks ook een uittocht uit de
dood laat maken. Jezus gaat naar Egypte, om er vandaan geroepen te worden! ‘Uit
Egypte heb ik mijn zoon geroepen’. Alles loopt uit op het leven uit de dood,
alles loopt uit op Christus’ opstanding. Wij gaan het nieuwe jaar in. En dat
doen we zoals we nu zijn – met alles in ons leven aan zorgen. We doen het in de
lockdown. Maar we doen het ook in het volle vertrouwen dat God uit dood en duisternis iets nieuws en goeds kan
scheppen. Wij vertrouwen dat hij ons zo ook door deze crisistijd zal leiden.
‘Hij maakt het kwade goed’. Hij leidt naar het nieuwe leven. Amen. |