Inleiding op het evangelie van Thomas | ||
Terug naar Actueel Terug naar Homepage Terug naar www.evangelievanthomas.nl Naar Weblog |
De vondst De tekst van het evangelie van Thomas is bekend geworden door de vondst van verscheidene papyriboeken in het Egyptische plaatsje Nag Hammadi. Daar zijn in 1945 een groot aantal papyriboeken opgedoken. Een boer vond in zijn land een kruik met daar een aantal boeken in. Hij nam de boeken mee naar huis en hij zag al snel dat hij daar geld mee kon verdienen en dat heeft hij ook gedaan. Eén van de boeken - het gaat om een veertigtal teksten, die in 13 verschillende boeken bijeen staan - bevatte een vrijwel complete tekst van het Evangelie van Thomas in een Koptische vertaling. Koptisch is de taal die voor de komst van de Islam in Egypte werd gesproken en is nog steeds de kerktaal van de Egyptische kerk, overigens in een wat andere variant dan in de geschriften van Nag Hammadi. De manuscripten zelf komen uit de vierde eeuw, toen zijn ze overgeschreven, de geschriften zelf zijn ouder. Dat het evangelie van Thomas bestond wisten we allang. De naam van dit evangelie werd bijvoorbeeld genoemd door Hippolytus (233), Origenes (230), en door de 4e eeuwse kerkgeschiedschrijver Eusebius. Met de vondst van het evangelie van Thomas ontstond een vrijwel compleet overzicht van het evangelie van Thomas en op grond daarvan konden nu ook een aantal vroegere vondsten van papyrusfragmenten bij het Egyptische plaatsje Oxyrynchus geplaatst worden: de daar gevonden fragmenten van een Griekse tekst bleken onderdeel te zijn van het Evangelie van Thomas. In 1959 verscheen bij Brill in Leiden de eerste wetenschappelijke texteditie met vertalingen. Sindsdien kennen wij de inhoud van het evangelie, wat nog niet wil zeggen dat de inhoud daarmee ook glashelder is, want net als met de bijbelse, canonieke evangeliën zijn de teksten niet altijd helder en kan je er verschillende kanten mee uit. Desondanks werpt het evangelie een nieuw licht op het vroege christendom. De eerste verzen Wat ik eerst wil doen is het begin van het Evangelie van Thomas lezen. We lezen ze in een vertaling van de Koptische tekst van de Groningse emeritus-hoogleraar Gerard Luttikhuizen. Dit zijn de geheime woorden die de levende Jezus gesproken heeft en die Didymus Judas Thomas heeft neergeschreven. 1. En hij (Thomas? Jezus?) zei: “Wie de interpretatie van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken. 2. Jezus zegt: “Laat wie zoekt niet ophouden met zoeken totdat hij vindt. En wanneer hij (het) gevonden heeft, zal hij in verwarring raken. En wanneer hij in verwarring is, zal hij zich verwonderen en hij zal koning worden over het Al. 3. (1) Jezus zegt: ‘Als jullie leiders tot jullie zeggen: “Zie, het Koninkrijk is in de hemel”, dan zullen de vogels van de hemel jullie voor zijn. 2. Als ze jullie zeggen: “Het is in de zee”, dan zullen de vissen jullie voor zijn. 3. Maar het Koninkrijk is binnen in jullie en het is buiten jullie. 4. Wanneer jullie jezelf kennen, dan zul je gekend worden en zul je begrijpen dat júllie de kinderen zijn van de levende Vader. 5. Maar wanneer jullie jezelf niet kennen, dan verkeren jullie in armoede. Dan zijn jullie de armoede.’ In de eerste plaats zien we dat het evangelie van Thomas geen verhaal vertelt. De evangeliën uit de bijbel, de canonieke evangeliën, bevatten allemaal min of meer het verhaal van het leven van Jezus. Het evangelie van Thomas vertelt geen verhaal, maar heeft een lijst met 114 uitspraken van Jezus. De technische term voor zo’n uitspraak is: logion. Het evangelie van Thomas is dus een ander soort evangelie dan de evangeliën uit de bijbel. Dat zijn een soort biografieën. Het evangelie van Thomas is een lijst met uitspraken. Vervolgens valt op dat het hier gaat om ‘geheime’ woorden. Wat wil dat zeggen. Wat betekent nu dat het gaat om ‘geheime’ of misschien kan je beter vertalen: verborgen woorden? Dat betekent dat de betekenis van de woorden van Jezus in dit evangelie niet meteen duidelijk zijn. Dat is ook een verschil met de canonieke, gewone evangeliën. Bij de gelijkenissen van Jezus in de gewone evangeliën wordt vaak uitleg gegeven. Er wordt verteld wat een gelijkenis betekent. Wanneer in het evangelie van Mattheus de gelijkenis over de zaaier wordt verteld (Mattheus 13), krijgen we eerst het verhaal te horen: een zaaier ging uit om te zaaien en toen wierp hij het zaad op de rotsen enzovoorts. Vervolgens geeft Jezus uitleg van de gelijkenis: dat zaad dat is het woord van God, en de rotsen dat zijn de mensen die er naar luisteren, maar in wie het geen wortel schiet enz. Daardoor is zo’n gelijkenis voor ons begrijpelijk. Maar in het evangelie van Thomas worden de gelijkenissen nooit uitgelegd. Je moet zelf de betekenis van de woorden van Jezus op het spoor komen. En dat lukt pas als je je steeds meer onderdompelt in de kennis van Jezus. Sommigen zeggen zelfs: ze worden pas duidelijk door innerlijke kennis. Het evangelie van Thomas wil dan ook een proces op gang brengen in een mens van voortgaande geloofsverdieping. Hoe meer je Jezus begrijpt, des te meer zal je hem begrijpen. Ik zou zo ook het eerste logion (uitspraak) willen uitleggen: “Wie de interpretatie van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken”. Het vinden van de uitleg van de woorden van Jezus is zo belangrijk dat er de grootste belofte aan verbonden is die je bedenken kan: dat je de dood niet zult smaken. Hoe je je dat precies moet voorstellen is natuurlijk lastig, maar belangrijk is: alles draait er om dat je de uitleg vindt van de woorden van Jezus. En die uitleg vind je pas in een geestelijk proces van geloofsverdieping dat in jou op gang is gebracht. Het zoeken naar de uitleg van Jezus’ woorden, het proces van geloofsverdieping, is de weg die je moet gaan. Daarom zegt Jezus ook in logion 2: laat wie zoekt niet ophouden met zoeken. Geen eschatologie In het derde logion stuiten we meteen op een belangrijk kenmerk van het Evangelie van Thomas n.l. het ontbreken van een toekomstverwachting. Jezus preekt: het koninkrijk van God is nabij. In de canonieke, bijbelse evangeliën en in de rest van het Nieuwe Testament wordt dat ‘nabij zijn’ vooral ook voorgesteld als: het koninkrijk van God gaat ooit een keer komen. Er zal binnenkort een nieuwe tijd aanbreken. Dat vinden we in het Evangelie van Thomas allemaal niet. In plaats daarvan zegt het Evangelie van Thomas: het koninkrijk is er, het is er nu, alleen veel mensen zien het niet, het ligt verborgen. Daar duidt ook het derde logion op. 3. (1) Jezus zegt: ‘Als jullie leiders tot jullie zeggen: “Zie, het Koninkrijk is in de hemel”, dan zullen de vogels van de hemel jullie voor zijn. 2. Als ze jullie zeggen: “Het is in de zee”, dan zullen de vissen jullie voor zijn. 3. Maar het Koninkrijk is binnen in jullie en het is buiten jullie. 4. Wanneer jullie jezelf kennen, dan zul je gekend worden en zul je begrijpen dat júllie de kinderen zijn van de levende Vader. 5. Maar wanneer jullie jezelf niet kennen, dan verkeren jullie in armoede. Dan zijn jullie de armoede.’ Het koninkrijk is niet hoog in de hemel. Als dat zo was dan leefden de vogels in het koninkrijk. Het koninkrijk is ook niet in de diepte, in de zee, als dat zo was dan bereikten de vissen het wel. Maar het koninkrijk is bij u. Binnen in jullie, buiten jullie. En zelfkennis zal er toe leiden dat God jullie kent en dat jullie ontdekken dat je kind van God bent. In een ander logion komt ditzelfde thema duidelijk naar voren. 113. Zijn leerlingen zeiden hem: Wanneer komt het koninkrijk? Jezus zei: het komt niet door ernaar uit te kijken. Men zal niet zeggen: kijk, hier is het, of: kijk, daar is het. Maar het koninkrijk van de Vader is over de aarde verspreid en de mensen zien het niet. Het koninkrijk komt niet door ernaar uit te kijken. Dat kan je begrijpen als: het komt niet door het te verwachten. Er zijn in de evangeliën van Marcus, Mattheus en Lukas tal van gelijkenissen over het koninkrijk waar je juist wel op moet wachten. De wijze en de dwaze maagden moeten wachten, de poortwachter moet wachten totdat de Heer des huizes terugkomt. Nee, je moet niet wachten, zegt het evangelie van Thomas. Het is niet iets dat ooit nog eens zal komen. Het is er nu. Dat zinnetje ‘Niet ernaar uit kijken’ kan ook zoiets betekenen als: het is niet zomaar te zien, zo van: hier is het, daar is het. Je moet er blijkbaar oog voor hebben, want het is er wel, maar de mensen zien het niet. Het koninkrijk van God is in het evangelie van Thomas niet alleen een innerlijke zaak: het ligt niet alleen in een mens, maar het ligt ook verborgen in de hele schepping. Overigens komen er ook in de canonieke evangeliën stukken voor waarin het Koninkrijk als een realiteit in een mens beschreven wordt, bijvoorbeeld in Lucas 17:21: want zie, het koninkrijk Gods is binnen Ulieden.(Statenvertaling). Wat dat betreft moeten we het evangelie van Thomas niet te zeer uitspelen tegen de canonieke evangeliën. Ook het evangelie van Johannes en de apostel Paulus stellen heel duidelijk dat een mens nu deel kan hebben aan Gods heil en dat hij daar in kan groeien. Maar het evangelie van Thomas voert wel een soort debat met de andere evangeliën: dat wachten van Marcus, Mattheus en Lukas, dat is het niet. Wie was Thomas? Het opschrift vermeldt dat het Evangelie is opgetekend door Didymus Judas Thomas. Wie was deze Didymus Judas Thomas? Waar leefde hij en heeft hij ook inderdaad dit evangelie geschreven. De Didymus Judas Thomas van het Thomas evangelie wordt door velen (Elaine Pagels) geïdentificeerd met de apostel Thomas Didymus die we vooral kennen uit het bekende verhaal over de ongelovige Thomas uit het Johannes-evangelie: Thomas die eerst de wonden van Christus wil voelen voordat hij gelooft dat Jezus is opgestaan (Johannes 20:24-29). Maar misschien wordt met deze Didymus Judas Thomas niet gedoeld op de apostel Thomas, maar op één van de vele Judassen die in de canonieke evangelieën voorkomen. Behalve de bekende Judas Iskariot wordt er ook een Judas genoemd die een broer van Christus is (Marcus 6:3 en parallellen). Gilles Quispel, de man die zijn leven lang onderzoek deed naar de vondsten van Nag Hammadi, en anderen denken dat dit de Thomas is waar op gedoeld wordt. Deze Judas wordt door de kerk van Syrië gezien als de stichter van hun kerk en wordt daar Judas Thomas genoemd. Thomas betekent trouwens net als Didymus tweeling. Het is geen echte naam, het is een bijnaam. We komen nog te spreken over de betekenis daarvan. ![]() Maar daarmee is nog niet gezegd dat Thomas, welke Thomas het ook is, dit ook geschreven heeft. Het evangelie van Thomas vermeldt Thomas uitdrukkelijk als auteur, maar auteurschap was in de Oudheid iets anders dan bij ons. Het was vroeger heel gebruikelijk om een geschrift aan iemand toe te schrijven die groot gezag had. Het was een soort van eerbewijs aan zo iemand en men probeerde daarmee ook het gezag van het geschrift te versterken. Er bestaan zo bijvoorbeeld: Handelingen van Paulus, Handelingen van Petrus, Evangelie van Petrus, Handelingen van Jacobus, een apocalyps van Henoch, een evangelie van Philippus, een testament van Abraham, een testament van Adam, een apocalyps van Adam. Het evangelie van Thomas hoeft helemaal niet door een Thomas geschreven te zijn. Maar door wie dan wel. Of beter: hoe is het ontstaan: in welke kring van mensen is het ontstaan. Ook dat zijn dingen die we niet zeker weten. Maar je kan er wel aannemelijke ideeën over formuleren. Er zijn eigenlijk twee ideeën over het ontstaan van het evangelie van Thomas. De ene groep wetenschappers zegt dat het evangelie een bewerking is van de canonieke evangeliën door een gnostische auteur aangevuld met woorden uit andere bronnen. Het zou dan om een betrekkelijk laat geschrift (minstens 120 jaar na de kruisiging van Christus) gaan en het zou dan geen oorspronkelijk materiaal bevatten. De andere school zegt dat het evangelie teruggaat op een zeer oude joods-christelijke bron en dat die bron aangevuld is met meer gnostisch/spiritueel getint gedachten. Quispel werkt dat zo uit: het evangelie van Thomas zegt hij, is geschreven in Edessa, een Griekse stad in Mesopotamië en berust op twee bronnen: een Judese bron die de evangelietraditie van de oergemeente bevat en dus heel dicht bij Jezus staat, misschien zeven jaar na zijn dood is opgetekend en een Alexandrijnse bron, uit de Egyptische stad Alexandrie, met een ascetische inslag. De gedachte achter de these dat er twee bronnen ten grondslag liggen aan heeft te maken met het feit dat ongeveer de helft van de uitspraken van Jezus in het Thomas-Evangelie bekend zijn uit de evangeliën van Lukas, Marcus en Johannes, de zgn. synoptische evangeliën. Ik laat u een voorbeeld zien van hoe een aantal woorden van Jezus er in het evangelie van Thomas uitzien en hoe ze er in een synoptisch evangelie uitzien. Evangelie van Thomas 64. Jezus zei: “Iemand nodigde gasten uit. Toen hij de maaltijd had voorbereid, stuurde hij zijn knecht om de gasten te roepen. Hij ging naar de eerste en zei hem: “Mijn meester nodigt u uit.”Die zei: “Handelaren zijn mij geld schuldig. Ze komen vanavond bij me. Ik moet gaan om hun mijn orders te geven. Ik verontschuldig me voor de maaltijd.”Hij ging naar een ander en zei hem: “Mijn meester heeft u uitgenodigd.”Die zei hem: ik heb een huis gekocht en men heeft me voor een dag nodig. Ik zal geen tijd hebben.”Hij ging naar een ander en zei hem: “Mijn meester nodigt u uit.”die zei: “Mijn vriend gaat trouwen en ik ga de maaltijd verzorgen. Ik zal niet kunnen komen. Ik verontschuldig me voor de maaltijd.”Hij ging naar een ander en zei hem: “Mijn meester nodigt u uit.” Die zei hem: ïk heb een landgoed gekocht en ben onderweg om de pacht in ontvangst te nemen. Ik zal niet kunnen komen. Ik verontschuldig me.”De knecht kwam terug en zei tegen zijn baas: “Degenen die u hebt uitgenodigd, hebben zich verontschuldigd.”De baas zei tegen zijn knecht: “Ga de straat op en breng wie je maar vind naar binnen om de maaltijd te houden. Kooplieden en handelaars zullen de plaatsen van mijn Vader niet binnenkomen. Evangelie van Lucas 14:15-24 15 Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods. 16 Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen. 17 En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed. 18 En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. 19 En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. 20 Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. 21 En de slaaf kwam terug en berichtte zijn heer deze dingen. Toen werd de heer des huizes toornig en zeide tot zijn slaaf: Ga aanstonds de straten en stegen der stad in en breng de bedelaars en misvormden en blinden en lammen hier. 22 En de slaaf zeide: Heer, wat gij hebt opgedragen, is geschied en nog is er plaats. 23 En de heer zeide tot de slaaf: Ga de wegen en de paden op en dwing hen binnen te komen, want mijn huis moet vol worden. 24 Want ik zeg u: Niemand van die mannen, welke genodigd waren, zal van mijn maaltijd proeven. U ziet er zijn tal van verschillen: bij de eerste gelijkenis gaat het bij Thomas om een vrij eenvoudig verhaal, met een ongewoon slot: in plaats van handelaren en kooplieden, worden er mensen van de straat uitgenodigd. De geestelijke pointe van het verhaal is dat handelaren en kooplieden niet de plaatsen van mijn Vader binnen kunnen gaan. Je kan daarbij denken aan verschillende zaken, maar ook zoiets als: ze zijn niet heilig genoeg. Eventueel kan je denken aan het verhaal van de tempelreiniging, waar handelaren en kooplieden de tempel uit gejaagd worden. Maar bij het verhaal van Lukas zie je dat het meer is uitgewerkt, de mensen die niet op komen dagen zijn diverser en je ziet dat de pointe heel duidelijk betrekking heeft op Gods koninkrijk of op een eschatologische maaltijd. De inleiding van Lukas ontbreekt bij Thomas en ook het slot ontbreekt. Ongeveer de helft van de uitspraken van Jezus in het Evangelie van Thomas is vergelijkbaar met dit logion. Het zijn uitspraken van Jezus die we ook kennen uit de canonieke (bijbelse) evangelieën, alleen dan net iets anders geformuleerd en meestal iets eenvoudiger. Een reden voor wetenschappers om te veronderstellen dat deze helft afkomstig is uit een bron van Judese christenen, misschien wel uit de gemeente in Jeruzalem, die dicht bij de oorspronkelijke eenvoudige, woorden van Jezus stonden, die nog niet allerlei literaire en theologische bewerkingen had ondergaan. Misschien zijn het wel woorden uit 42 na Christus of zo. Anderen zeggen echter precies het omgekeerde: de oorspronkelijke evangeliën zijn bewerkt. Zo rond 150 zijn ze ontdaan van hun eschatologische (op de eindtijd gerichte) elementen. De argumenten voor een late redactie lijken mij vrij sterk. Ik vind dat zeer interessant. Blijkbaar is er een Thomistische gemeente geweest die wat afstand nam van apocalyptische gedachten over de komst van de eindtijd of zich baseerden op tradities waarin dat minder aanwezig was. In plaats daarvan tekenden zij een evangelie op waarin Jezus hen aanzet tot een geestelijk leerproces: Gods koninkrijk moest steeds meer in hen groeien en hun ogen moesten open gaan voor de aanwezigheid van Gods koninkrijk in de schepping. Spiritualisering In het evangelie van Thomas zie je dat Jezus een aantal begrippen verder spiritualiseert dan in de canonieke evangelieën. Thomas 6: Zijn leerlingen vroegen hem en zeiden tot hem: Wilt U dat wij vasten? En hoe moeten we bidden en aalmoezen geven? En van welk voedsel moeten we ons onthouden? Jezus zei: Vertel geen leugens en waar jullie een hekel aan hebben, doe dat niet (aan anderen) want alles zal aan het daglicht treden. Niets is verborgen, dat niet openbaar zal worden en er is niets bedekt dat niet zal worden onthuld. Net als in de canonieke evangeliën vragen de leerlingen naar het vasten. En trouwens ook naar het bidden en het aalmoezen geven. Hoe doe je dat. In het evangelie van Mattheus geeft Jezus aanwijzingen voor het vasten. Hij zegt je moet dat niet voor de buitenwacht doen door een heel somber gezicht op te gaan zetten, van o, o, o, wat ben ik toch serieus aan het vasten. Nee, de buitenwacht hoeft het helemaal niet te zien, alleen God moet het merken. En Jezus zegt vergelijkbare dingen over het bidden. U weet dat moet je in de binnenkamer doen en niet buiten op straat zodat de mensen zeggen: wat een vroom mens is dat. En aalmoezen geven idem. Jezus wil dus wel dat mensen vasten, bidden en aalmoezen uitdelen, maar die uiterlijke dingen, zijn niet om er eer meer te behalen, de mensen moeten ze niet zien, je doet ze alleen voor God. Daar zit al een zekere spiritualisering in: de nadruk ligt op de innerlijke houding bij uiterlijke zaken als bidden, vasten en aalmoezen geven. Maar in het Evangelie van Thomas wordt nog een stap verder gemaakt. Als de leerlingen vragen naar het vasten. Dan zegt Jezus: vertel geen leugens en wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. De innerlijke houding komt hier in de plaats van uiterlijke zaken als vasten en aalmoezen geven. Het echte vasten is: geen leugens vertellen. Vasten krijgt een vergeestelijkte betekenis. Ook in andere logia (logion 14 en 27) wordt het vasten overdrachtelijk gebruikt. In logion 27 zegt Jezus: je moet vasten ten opzichte van de wereld. Je moet een beetje afstand houden van de wereld. Ook daar is het woord vasten overdrachtelijk gebruikt. Mystiek Een stap verder dan de spiritualisering is de weg die het evangelie van Thomas wil wijzen om tot een mystiek contact met God en Christus te komen. In de mystiek van het evangelie van Thomas komen woorden uit bruidsmystiek voor zoals we die kennen uit Hooglied en de christelijke traditie, maar het evangelie van Thomas kent eigen nadrukken. In logion 75 staat. Jezus zei: Velen staan voor de deur, de eenlingen zullen het bruidsvertrek binnengaan. De bruidskamer is de plaats waar er een mystieke vereniging plaatsvindt tussen de ziel van de mens en Christus. De ziel van de mens komt als een bruid de bruidskamer binnen en vindt daar haar bruidegom. Uit het Hooglied kennen we het beeld van de bruid en de bruidegom. Ook daar gaat het om een vereniging van de ziel (of van Israël) met God. Uit de canonieke evangeliën weten we dat Jezus over zichzelf sprak als over de bruidegom (Mattheus 9:15, 25:1-13). Ook het evangelie van Thomas kent dit motief (zie ook 104). Het koninkrijk van God wordt als een bruiloftsfeest voorgesteld. Een aantal verhalen uit de canonieke evangeliën hebben daarbij als thema dat niet iedereen welkom is op dit feest (Lukas 14:24, Mattheus 25:12). Het evangelie van Thomas kent in dit logion ook dit thema. Alleen hier zijn het de ‘eenlingen’ die alleen het koninkrijk binnen kunnen gaan. Eenlingen zijn mensen die het mannelijke en het vrouwelijke in zich verenigd hebben. Thomas wil een mens aanmoedigen zich los te maken van zijn gebondenheid aan zijn sexe. De eenling is de mens die die gebondenheid aan zijn sexe overstegen heeft. Ik breng dit motief in verband met de verhalen die in de Oudheid de ronde deden over de mens die androgyn geschapen is. Rabbijnen hebben dit ook gelezen in Genesis 1. ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen’ vertelt Genesis 1:27 in de tekst die ten grondslag ligt aan onze bijbel.. Maar hier werd gelezen: ‘mannelijk en vrouwelijk schiep hij hem’. De mens, Adam, was mannelijk én vrouwelijk geschapen. Pas met de creatie van Eva uit de rib van de mens is er een verdeling in sexe en even later de zondeval. Een mens moet er daarom naar streven om zijn verdeeldheid te overwinnen (zie ook logion 61 en 72). Op een zelfde manier kijkt Thomas in een logion 49 naar de mensen. De eenlingen herstellen de oorspronkelijke eenheid van man en vrouw. In het paradijs was de mens een eenling en dat zal hij ook in Gods koninkrijk zijn 49 Jezus zei: Gezegend zijn de eenlingen en de uitverkorenen, want jullie zullen het Koninkrijk vinden, want jullie komen er vandaan en zullen er opnieuw naar terugkeren. Thomas schets zo een mystieke weg van éénwording met Christus. Het zelfde (erotische) motief van éénwording met Christus komt naar voren in logion 108: 1. Jezus zegt: ‘Wie van mijn mond zal drinken, zal worden als ik. 2. En ik zal worden wie hij is. 3. En wat verborgen is zal zich aan hem openbaren.’ Ook hier weer een passage die aan het Hooglied doet denken. Het Hooglied begint met: Hij kusse mij, met de kussen van zijn mond. Hij kusse mij met de kussen van zijn mond! Als je dit mystiek interpreteert dan bewerkstelligt de kus een overvloeiïng en transformatie van de ziel. De mens wordt als Christus. Er vindt een ‘wederzijdse inwoning’ plaats. Ik denk dat hier ook de diepste betekenis van de naam Thomas getoond wordt. Thomas betekent ‘tweeling’. Een mens moet een tweelingbroer van Christus worden. In het boek Thomas de kampvechter, ook gevonden bij Nag Hammadi en behorend tot de Syrische Thomasliteratuur, zegt Jezus tegen Thomas: ‘Omdat jij mijn tweeling en ware metgezel bent, onderzoek jezelf en leer wie je bent...Want jij zult mijn tweeling worden genoemd....hoewel jij dat nog niet begrijpt...jij zult worden genoemd, degene die zichzelf kent. Want wie zichzelf niet heeft gekend, kent niets, maar wie zichzelf heeft gekend is tegelijkertijd de diepte van alle dingen te weten gekomen’ Actualiteit van Thomas Het evangelie van Thomas is voor ons op verschillende manieren actueel. 1. Identiteit. In kerk en samenleving is de vraag naar de identiteit sinds een aantal jaren van groot belang geworden. Sinds het wegvallen van de tegenstellingen met de socialistische staten, de opkomst van de Islam en het dichterbij komen van andere culturen, vragen we ons als samenleving af: wie zijn wij. Ook individuen vragen zich dat af. De instrumenten die vroeger bijdroegen tot de vorming van het individu (de zuil, de canon, de vermaning van predikant, dokter of schoolmeester) zijn weggevallen. Het evangelie van Thomas benadrukt het belang van het zoeken en het vinden van een eigen weg in het leven en het ontwikkelen van een eigen geloofsidentiteit. 2. Individualiteit. De kerk is na de Tweede Wereldoorlog steeds met de gemeente en de gemeenschap in de weer geweest. Dat is zeker van belang, maar daarbij is de vorming van het gelovige individu verwaarloosd. Bovendien zijn er altijd mensen die buiten een gemeenschap vallen, hoe zeer ieder ook zijn best doet. De publicist Jan Oegema heeft de laatste jaren het thema ‘solo-religieuzen’ weer op de kaart gezet. Het evangelie van Thomas legt de nadruk op de zoektocht van het individu. Zij of hij wordt opgeroepen zelf een (mystieke) band met Christus te ontwikkelen. In de canonieke evangeliën zijn de gemeente en de gemeenschap veel belangrijker, ook voor het ontwikkelen van een band met Christus. Volgens Mattheus 18:20 zegt Jezus: ‘Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben ik in hun midden'. In logion 30 van het Thomas-evangelie (Grieks) zegt Jezus: ‘waar er één alleen is, ben ik met hem’. Het evangelie van Thomas heeft als belangrijke boodschap dat een mens zelf een innerlijke groei naar Christus moet doormaken. Het evangelie van Thomas wordt wel eens misverstaan alsof het om een proces van zelfverwerkelijking zou gaan. Dan zou het evangelie samenvallen met ideeën over ‘jezelf worden’ en ‘je potenties ontwikkelen’. Maar het gaat er om dat jij je concentreert op het proces dat Christus in je groeit. 3. Eindtijdverwachting (Eschatologie). De twintigste eeuw is gekenmerkt door grote bewegingen waarin de eschatologie (eindtijdverwachting) een grote rol speelt. In het Nationaal-Socialisme en het communisme speelden (geseculariseerde) vormen van verwachting van een heilstijd een grote rol. Het leed dat nationaal-socialisme en communisme hebben aangericht is niet los te zien van deze eindtijdverwachtingen, die een belangrijke motor van deze bewegingen waren. In de hele twintigste eeuwse theologie, sinds het boek van Schweizer over de evangeliën, heeft de eschatologie een grote rol gespeeld. Ik denk dat het goed is om voorlopig even onze wonden te likken wat betreft de eschatologie en daar dus voorlopig niet het accent op te leggen. Op dat moment is het interessant om te horen hoe het evangelie van Thomas spreekt. De centrale boodschap van Jezus is: het koninkrijk van God is nabij legt Thomas uit als: het koninkrijk is er nu reeds. Het ligt alleen verborgen in een mens of in de schepping en door de ontwikkeling van innerlijke kennis (gnosis) komt een mens Gods koninkrijk op het spoor. In logion 51 vragen de leerlingen aan Jezus: ‘Wanneer zal er rust zijn voor de doden? En wanneer zal de nieuwe wereld komen?’ En dan antwoordt Jezus: ‘Waar jullie naar uitkijken is al gekomen, maar jullie herkennen het niet.’ Het kan voor geloof en samenleving goed zijn om het heil wat minder van de toekomst te verwachten en zich wat meer te concentreren op wijsheid en innerlijke groei naar Christus. Uiteindelijk moet je denk ik niet helemaal de eschatologie in de vorm van een toekomstverwachting over boord zetten, maar ik vind het het ontroerend om te zien hoe een groep christenen afstand neemt van al te grote eschatologische verwachtingen en zich concentreert op de innerlijke vorming. Als correctie juich ik het toe. 4. Schepping. In onze tijd proberen we in het geloof opnieuw te zoeken naar een band tussen God, mens en schepping. De radicale Verlichting maakte de schepping los van de band met God en ontwikkelde een vorm van materialisme, waarin voor God geen plaats is. Zij vroeg zich af: waar is God in deze wereld, waar zien we hem, waar grijpt hij in? En concludeerde: nergens. De theologie reageerde op deze ontwikkeling door zich te concentreren op de relatie tussen God en mens, de existentie van de mens kwam centraal te staan. Dat leidde tot een grenzeloos narcisme, omdat er niets meer was dan de mens voor het aangezicht van God. De schepping bleef buiten beeld en werd overgelaten aan de exploitatiedrift van een op nut gerichte materialistische wereldbeschouwing. Het evangelie van Thomas leert een andere verhouding tussen God, mens en wereld. Evenals in de Colossenzenbrief wordt in het evangelie van Thomas een panentheïsme geleerd: de wereld is in God. De wereld rust in Christus. In logion 77 zegt Jezus: ‘Ik ben het licht over alles heen. Ik ben alles. Uit mij is alles voortgekomen en alles ziet naar mij uit. Splijt een stuk hout: ik ben er. Til de steen op en jullie zullen mij daar vinden’. Het evangelie van Thomas laat een spiritualiteit zien waarin heel de schepping voortgekomen is uit Christus, van zijn Geest doortrokken is en naar hem op weg is. Deze wijze van denken is niet exclusief voor het evangelie van Thomas - in de Oosterse orthodoxie vinden we die ook - maar het lijkt mij een vruchtbare weg. Waarbij ik meteen moet toegeven nog geen fractie van alle (denk)problemen op deze weg te kunnen overzien. 5. Sexegebondenheid Het evangelie van Thomas thematiseert de gebondenheid van de mens aan zijn of haar sexe en vraagt om die gebondenheid te overstijgen. Interessant is dat Thomas de gebondenheid aan de biologische sexe van manzijn of vrouwzijn negatief waardeert. Een hechte binding aan het manzijn of het vrouwzijn staat Gods koninkrijk in de weg. Het evangelie roept op tot een transformatie van iemands sociaal bepaalde geslacht (gender). Hoe je hier ook precies over denkt, het is zeer interessant dat er een evangelie is die deze zo moderne thematiek op tafel legt. Conclusie Bestudering en integratie van het evangelie van Thomas in kerk en cultuur kan er voor zorgen dat een nieuwe spiritualiteit ontwikkeld wordt met een focus op het individuele leerproces van de gelovige, de mystieke band met Christus en de schepping. Zo’n spiritualiteit is waarschijnlijk ook wel uit andere bronnen te ontwikkelen, maar het evangelie van Thomas geeft daar een grote steun aan. Coen Wessel |