Telkens als ik de film ‘The Sound of
Music’ (Robert Wise, 1965) zie word ik geroerd
door het liefdevolle gezin
uit de film. Maar ook begint me steeds meer op te vallen hoezeer de
veranderingen van de jaren vijftig en zestig de film bepaald hebben.
De
‘Sound of Music’ begint met een geluidloze opname
van de barre, sneeuwige rotsen van de Alpentoppen. Het leven is daar
hard,
streng en ijzig. Heel langzaam zakt de camera. Het landschap wordt
liefelijker,
de vogels beginnen te fluiten. We zien meren en oude kastelen.
Uiteindelijk
belanden we op de alpenwei waar hoofdpersoon Maria ronddanst en zingt
over paradijselijke 'hills', die gevuld zijn met ‘the sound of music’. In die ouverture is
meteen
de film samengevat: in de loop van de film zullen de ijselijk harde
rotsen van
autoriteit en gezag, overgaan in een leven van creativiteit en
natuurlijke
harmonie.
De
spelende mens
De
film vertelt over het Oostenrijkse gezin von
Trapp. Na de dood van zijn eerste vrouw heeft vader von Trapp – een voormalige commandant
van de
Oostenrijkse
vloot - een strenge discipline doorgevoerd in zijn gezin. De komst van
de
nieuwe gouvernante, Maria, zorgt er voor dat het gezin ontdooit. Zij
laat de
kinderen plezier maken en spelen. Hun strakke kleding wordt vervangen
door
zelfgemaakte en makkelijk te dragen speelpakjes. De kinderen leren op
een
spontane en natuurlijke wijze zingen. Zelfs de stramme vader, kapitein
von
Trapp, krijgt soft spots.
De
film kwam in 1965 uit
en
was gebaseerd op de
musical die in 1959 in premiére was gegaan. Musical en film spelen zich
af in 1938,
het jaar dat Oostenrijk door Hitler bij Duitsland werd ingelijfd. Maar
de
ontwikkelingen in het gezin von Trapp zijn toch vooral een spiegel van
de
ontwikkelingen in het Amerikaanse gezinsleven van de jaren vijftig en
zestig. Autoritaire
en patriarchale gezinsverhoudingen ontwikkelen zich in die jaren tot
affectievere en meer gelijkwaardige verhoudingen
tussen ouders en kinderen.
Voor kinderen wordt het belangrijk gevonden dat ze kunnen spelen en
zich, à la
Rousseau, op ‘natuurlijke’ wijze kunnen ontwikkelen. In de hele cultuur
wordt
het ‘spelen’ belangrijk. De kunstenaar Constant karakteriseert de jaren
zestig
als ‘de opstand van de homo ludens’ (de spelende mens). Deze nieuwe
mens zou
zich voortaan alleen nog wijden aan reizen, avontuur en creativiteit.
Emancipatie
Ook
de vrouwelijke hoofdpersoon, Maria, breekt uit
de autoritaire structuren waarin ze gevangen zit. Aan het begin van de
film bereidt
ze zich voor op een leven als non. Het klooster waarin ze woont is met
hekken
en muren omgeven. Er heerst een strenge discipline.
De speelse, onaangepaste
Maria verlaat het klooster en ontdekt haar talenten als
gouvernante/moeder. Het
Gregoriaans wordt ingeruild voor poppy folksongs. Maria ontdekt ook
haar eigen
erotische gevoelens – hoe verhuld die in de film ook getoond worden.
Even
dreigt de ontluikende idylle tussen de kapitein en Maria verstoord te
worden
door de komst van een rivale. De rivale komt uit de stad, ze is van
adel, ze is
berekenend en ze wil de kinderen naar een autoritaire kostschool
sturen. Ze is helemaal
de tegenpool van het eenvoudige, spontane en argeloze plattelandskind
Maria. Vanzelfsprekend
overwint de echte liefde.
Trümmerfrau
Het
thema van de film valt des te meer op, als je de echte geschiedenis van
de Von
Trapp-familie naast de film-versie legt. Volgens Johannes von Trapp, de
jongste
zoon van Georg en Maria, was Georg von Trapp helemaal geen autoritaire
man,
integendeel. Als er iemand in het gezin autoritair was, dan
was het…Maria.
Een
eerdere Duitse verfilming van het leven van de
von Trapp-familie, ‘Die Trapp-familie’ uit 1956, legde heel andere
accenten in
het levensverhaal van de familie. Ook hier veel zang en romantiek, maar
de
idyllische natuur en de afbraak van orde en gezag is afwezig. De film
gaat veel
meer over aanpakken en doorzetten. Spil van deze film is het
biografische
gegeven dat de familie door de crisis van de jaren dertig het
familiekapitaal verliest.
De film legt er de nadruk op dat Maria dan niet bij de pakken neerzit.
Ze gaat
geld verdienen door met haar gezin een zanggroep te vormen. Ook in hun
nieuwe
vaderland Amerika, waar zij na hun vertrek uit Oostenrijk naar toe
gaan, weet
ze met haar gezin een nieuw bestaan op te bouwen. Maria wordt hier
neergezet
als een Trümmerfrau avant la letrre, een vrouw die na alles verloren te
hebben,
toch weer een bestaan weet op te bouwen. De film schetst haar als een
voorbeeldvrouw voor alle Duitse vrouwen uit de jaren vijftig die zoveel
kwijt
waren geraakt in de oorlog en misschien wel hadden moeten vluchten uit
Polen,
Tsjechië en Oost-Duitsland.
Redding
In
de film van Robert Wise redden
de muziek
en de natuur de familie. De
familie doet
mee aan een songfestival en voorkomt zo dat vader von Trapp na de
Anschluss van
Oostenrijk bij Duitsland (1938) meegenomen wordt om commandant te
worden in de
Duitse marine. Zo redt de muziek. Als de Duitsers tijdens het festival
merken
dat de familie alsnog wil ontsnappen, kunnen ze hen niet achterhalen
omdat hun
auto’s gesaboteerd zijn. Hun techniek staat machteloos en het gezin
weet te
ontsnappen door een voetpad over de bergen te nemen. ‘Ik sla mijn ogen
op naar
de bergen (hills) vanwaar mijn hulp zal komen’ zo citeert de
moeder-overste
Psalm 121 in de King James-versie. Reddende natuur en reddende
goddelijke
bijstand vloeien hier in één. In werkelijkheid nam het gezin von Trapp
de trein
naar Italië.
Nationaal-socialisme
Volgens
Rachel Shukert – zij schrijft voor
het New Yorkse joodse online-tijdschrift the
Tablet - is
de Sound of Music de
perfecte introductie om over de Shoah te vertellen aan jonge
Joods-Amerikaanse
kinderen. ‘De eerste ontmoeting van een kind met het meest sinistere
regime van
de twintigste eeuw moet een relatief pijnloze ontmoeting zijn. De Sound
of
Music is spannend, maar niet te angstaanjagend; bitterzoet, maar niet
tragisch.
Laat hen langzaam gewend raken aan het idee dat er Nazi’s waren. Later
kan je
al die andere zaken vertellen: de concentratiekampen, de vermoorde
kinderen, de
verschrikkelijke moorden. Als je kinderen nog klein zijn, laat ze zich
dan
identificeren met Gretl von Trapp. Er zal later tijd genoeg komen voor
Anne
Frank.’
Ik vind dat
mooie en wijze woorden. Toch
is het een merkwaardig beeld van het nationaal-socialisme dat in de
film
getoond wordt. De nazi’s worden eigenlijk vooral als autoritair
voorgesteld en –
hier wordt de film ongeloofwaardig - als on-Oostenrijks. In de film
dreigt de
komst van de nazi’s de zojuist doorbroken autoritaire orde te
herstellen. Ook
hier is de film een kind van de jaren ‘60. In progressieve kringen
heerste in die
jaren een common sense analyse dat het nationaal-socialisme samenhing
met autoritaire
gezagsverhoudingen. De opstand tegen de autoriteiten uit die jaren
kreeg er een
verzetsaureool door. Pionier van deze theorie was
Wilhelm Reich. Hij zag een
verband tussen de onderdrukking van de driften in het gezin en de
autoritaire
staat. De autoritaire familie was voor hem de kiemcel van de
fascistische
staat. Zijn theorieën werden door anderen uitgewerkt en op de maat van
een
Amerikaans publiek gesneden in het boek ‘The autoritarian personality’.
‘The
Sound of Music’ is Wilhelm Reich op muziek. De film begint met een
gezin waar
de orde van het leger is ingevoerd. Wilhelm Reich zou dit gezin
ongetwijfeld
als zo’n kiemcel van de fascistische staat hebben aangemerkt. De film
eindigt
met een vrij en natuurlijk gezin. In het land van de vrijheid waar de
leden van
de familie von Trapp naar toe wandelen zullen zij vorm geven aan een
vrije,
niet-autoritaire samenleving. Als de lichten in de bioscoopzaal een
paar
seconden later aangaan wandelt
de
bioscoopganger met hen mee.
Dat het
nationaal-socialisme ook veel
te maken had met de verheerlijking van het natuurlijke, het eenvoudige
en het
volkse bleef lange tijd buiten beeld in de culturele en politieke
bewegingen
van de jaren zestig. Het is één van de wonderlijke paradoxen van die
tijd.
Coen
Wessel
|