Voetwassing
Naar Homepage

Naar Preekarchief

Naar Weblog

Jezus staat op. Hij doet zijn bovenkleed af en slaat een linnen doek om zijn middel. Hij pakt een waskom en giet daar water in. Dan begint hij de voeten van de leerlingen te wassen en hij droogt de voeten af met de doek die hij om zijn middel had geslagen.

Dat voeten wassen heeft iets huiselijks. Na een lange dag kom je thuis. Nu ben je thuis, bij jezelf en de mensen die jou vertrouwd zijn, het stof van heel die lange dag mag van je voeten. Je hoeft er niet meer op uit. Je bent thuis. Het heeft ook iets moederlijks. Je wordt verzorgd. Er is iemand die met aandacht jouw voeten verzorgt. 

Een ander de voeten wassen is een dienstbaar werk. Je bent bezig met het vuil van iemand anders. Je moet er bij knielen, mannen van eer doen dit niet.

voetwassing Rembrandt Johannes 13En ergens heeft het ook iets heiligends. Moslims wassen hun voeten voordat ze de gebedsruimte betreden. Dat is meer dan hygiëne, dat is ook toewijding, reiniging, het vuil van je leven moet weg voordat je aan zoiets belangrijks begint.

Jezus heeft een linnen doek omgeslagen – heel praktisch voor als je aan het knoeien bent met water en voeten wilt drogen, maar een linnen doek is ook begrafeniskleding. Jezus zal straks in een linnen kleed en met linnen windsels begraven worden. Misschien moet je bij die linnen doek ook denken aan een priesterkleed, want ook een priesterkleed is van linnen. In die priesterachtige begrafeniskleding wast hij hen, reinigt hij hen en de voeten van de discipelen worden in deze doek droog gewreven.

Iemand die begint om jouw voeten te wassen, komt dicht bij je. Voor veel mensen is het moeilijk als iemand zo dichtbij je komt en je aanraakt. Dat kan met een verleden van misbruik te maken hebben. Dan wil je niet meer aangeraakt worden, je bent voor je leven lang voldoende aangeraakt. Maar niet aangeraakt willen worden kan ook met je drang naar onafhankelijkheid en autonomie te maken hebben. Iemand komt jou je voeten wassen en dat moet je laten gebeuren. Je hebt niet zelf meer de controle. En je wilt graag de mens zijn die zelf handelt, die actief is. Zelf handelen, zelf bepalen wat er gebeurt geeft je een gevoel van controle. Jij bepaalt wat er gebeurt met je lichaam, jij bepaalt wat er gebeurt met je leven. Maar nu moeten de leerlingen toelaten dat Jezus hen aanraakt en zoiets volstrekt ongewoons als het wassen van voeten bij hen doet: hij de leraar, de meester stelt zich op als dienaar. Ook daar kunnen ze niet in ingrijpen, dat moeten ze ondergaan. Als het mij was overkomen, ik zou er zeer ongemakkelijke en verkrampt bij gezeten hebben.

Petrus – altijd Petrus – probeert er nog een eigen draai aan te geven. Hij probeert meteen weer het initiatief te grijpen. Hij probeert terug te komen in de rol van handelende en controlerende mens. Hier vindt een reiniging plaats, denkt hij, o, maar dan moeten ook mijn handen en mijn hoofd, roept hij. Maar nee, Jezus wijst hem terug, Petrus moet deze voetwassing ontvangen. ‘Alleen als je dit toelaat, kan je bij me horen’ zegt Jezus.

Wij hebben in het evangelie van Markus gelezen hoe een vrouw olie uitgiet over het hoofd van Jezus. Dat heeft iets van wijding en heiliging – een priester of een koning worden gezalfd – en het heeft ook iets begrafenisachtigs, want een dode wordt gezalfd om hem nog even de geur van het leven te laten houden.

In het evangelie waaruit we het verhaal van de voetwassing voorlazen, het evangelie van Johannes, wordt Jezus ook gezalfd. Alleen in het evangelie van Johannes wordt niet zijn hoofd, maar worden zijn voeten gezalfd. Een vrouw zalft zijn voeten. En in een intiem gebaar van liefde droogt ze de voeten van Jezus met haar eigen haar. De vrouw zalft hem – ze maakt hem de gezalfde, de Christus –en ze bereidt hem voor op zijn begrafenis. Als Jezus de voeten van zijn leerlingen wast, dan doet hij iets soortgelijks als de vrouw aan hem heeft gedaan. Hij geeft iets van wat met die zalving te maken heeft door. Het is wel net anders, maar het staat in dezelfde lijn.

Jezus wast de voeten van zijn leerlingen. Eigenlijk wast hij  onze voeten. Hij geeft ons op die manier iets van zijn zalving door, hij betrekt ons bij zijn gang naar het kruis. ‘Als je dit toelaat, kan je bij me horen’ zegt Jezus.

Soms kom je op je eigen weg van lijden. Je verliest een baan, je verliest gezondheid, een geliefde van je sterft. Je kan je leven dan onaangedaan vervolgen. Er gebeuren nu eenmaal nare dingen, maar ja, die gebeuren nu eenmaal. ‘Shit happens’. Je parkeert ze, kadert ze in, dat was het en je gaat verder. Je doet alsof er verder niets aan de hand is. En dat vind je mooi want op die manier houd je je leven in je hand, blijf je de mens die je was.

Maar je kan er ook anders in staan. Je kan het ook toelaten. Het verdriet, het lijden het ongeluk in je leven is niet iets dat geparkeerd staat, je kan het toelaten als onderdeel van je leven. Als iets wat ook bij je leven hoort. Niet van: dat hoort nu eenmaal bij het leven. Nee, in al zijn vreselijkheid hoort het bij jouw leven. Is het daar onderdeel van geworden.

Maar het staat er niet  alleen. Het is onderdeel van het leven van Christus geworden. Hij heeft je betrokken bij zijn gang naar het graf. Hij heeft jouw voeten gewassen, hij heeft ze gewikkeld in zijn linnen doodsdoek en je hebt het toegelaten. Je bent met hem mee gegaan in zijn gang. OK, net even anders, het is niet jouw kruisiging, maar je hebt in je eigen leven je eigen portie wel en dat is genoeg.

Jezus nodigt je uit, om jouw verdriet en de moeilijke dingen van jouw leven te zien als iets dat te maken heeft met zijn lijden. Het is jouw manier om zijn kruis te dragen en zijn lijden is zijn manier om jouw kruis te dragen. Hij nodigt je uit om jouw verdriet te zien als iets dat net als zijn dood en lijden bij God terecht komt. Met de belofte dat hij het verzorgen zal, dat hij je vernieuwen zal als een mens van pijn en een mens van verdriet, maar wel als zijn mens, hersteld, herrezen.

En zoals het is tussen Christus en jou, zo is het tussen ons, als zijn leerlingen. Wij gaan met elkaar om in de geest van dit voeten wassen. Hij wast onze voeten en wij wassen de voeten van een ander. We gaan met elkaar om in deze geest van dienstbaarheid. En in het besef dat we elkaar zo betrekken bij de gang van Christus door de dood en naar het leven. Dat we zo elkaar dragen naar het leven. Amen.  

Johannes 13:1-15 en Marcus 14 Witte Donderdag 2013 Hoofddorp