Voetwassing |
|
Naar
Homepage Naar Preekarchief Naar Weblog |
Jezus
staat op. Hij
doet zijn bovenkleed af en slaat een linnen doek om zijn middel. Hij
pakt een
waskom en giet daar water in. Dan begint hij de voeten van de
leerlingen te
wassen en hij droogt de voeten af met de doek die hij om zijn middel
had
geslagen. Dat
voeten wassen heeft
iets huiselijks. Na een lange dag kom je thuis. Nu ben je thuis, bij
jezelf en
de mensen die jou vertrouwd zijn, het stof van heel die lange dag mag
van je
voeten. Je hoeft er niet meer op uit. Je bent thuis. Een ander de voeten wassen is een
dienstbaar
werk. Je bent bezig met het vuil van iemand anders. Je moet er bij
knielen,
mannen van eer doen dit niet. En
ergens heeft het ook
iets heiligends. Moslims wassen hun voeten voordat ze de gebedsruimte
betreden.
Dat is meer dan hygiëne, dat is ook toewijding, reiniging, het vuil van
je
leven moet weg voordat je aan zoiets belangrijks begint. Jezus
heeft een linnen
doek omgeslagen – heel praktisch voor als je aan het knoeien bent met
water en
voeten wilt drogen, maar een linnen doek is ook begrafeniskleding.
Jezus zal
straks in een linnen kleed en met linnen windsels begraven worden.
Misschien
moet je bij die linnen doek ook denken aan een priesterkleed, want ook
een
priesterkleed is van linnen. In die priesterachtige begrafeniskleding
wast hij
hen, reinigt hij hen en de voeten van de discipelen worden in deze doek
droog
gewreven. Iemand
die begint om
jouw voeten
te wassen, komt dicht bij je. Voor veel mensen is het moeilijk als
iemand zo dichtbij je komt en je aanraakt. Dat kan met een verleden van
misbruik te maken hebben. Dan wil je niet meer aangeraakt worden, je
bent voor
je leven lang voldoende aangeraakt. Maar niet aangeraakt willen worden
kan ook
met je drang naar onafhankelijkheid en autonomie te maken hebben.
Iemand komt jou
je voeten wassen en dat moet je laten gebeuren. Je hebt niet zelf meer
de
controle. En je wilt graag de mens zijn die zelf handelt, die actief
is. Zelf
handelen, zelf bepalen wat er gebeurt geeft je een gevoel van controle.
Jij
bepaalt wat er gebeurt met je lichaam, jij bepaalt wat er gebeurt met
je leven.
Maar nu moeten de leerlingen toelaten dat Jezus hen aanraakt en zoiets
volstrekt ongewoons als het wassen van voeten bij hen doet: hij de
leraar, de
meester stelt zich op als dienaar. Ook daar kunnen ze niet in
ingrijpen, dat
moeten ze ondergaan. Als het mij was overkomen, ik zou er zeer
ongemakkelijke
en verkrampt bij gezeten hebben. Petrus
– altijd Petrus
– probeert er nog een eigen draai aan te geven. Hij probeert meteen
weer
het initiatief te grijpen. Hij probeert terug te komen in de rol van
handelende
en controlerende mens. Hier vindt een reiniging plaats, denkt hij, o,
maar dan moeten
ook mijn handen en mijn hoofd, roept hij. Maar nee, Jezus wijst hem
terug, Petrus
moet deze voetwassing ontvangen. ‘Alleen als je dit toelaat, kan je bij
me
horen’ zegt Jezus. Wij
hebben in het
evangelie van Markus gelezen hoe een vrouw olie uitgiet over het hoofd
van
Jezus. Dat heeft iets van wijding en heiliging – een priester of een
koning
worden gezalfd – en het heeft ook iets begrafenisachtigs, want een dode
wordt
gezalfd om hem nog even de geur van het leven te laten houden. In
het evangelie
waaruit we het verhaal van de voetwassing voorlazen, het evangelie van
Johannes, wordt Jezus ook gezalfd. Alleen in het evangelie van Johannes
wordt
niet zijn hoofd, maar worden zijn voeten
gezalfd. Een vrouw zalft zijn voeten. En in een intiem gebaar van
liefde droogt
ze de voeten van Jezus met haar eigen haar. De vrouw zalft hem – ze
maakt hem
de gezalfde, de Christus –en ze bereidt hem voor op zijn begrafenis.
Als Jezus
de voeten van zijn leerlingen wast, dan doet hij iets soortgelijks als
de vrouw
aan hem heeft gedaan. Hij geeft iets van wat met die zalving te maken
heeft door.
Het is wel net anders, maar het staat in dezelfde lijn. Jezus
wast de voeten
van zijn leerlingen. Eigenlijk wast hij onze
voeten. Hij geeft ons op die manier iets van zijn zalving door, hij
betrekt ons
bij zijn gang naar het kruis. ‘Als je dit toelaat, kan je bij me horen’
zegt
Jezus. Soms
kom je op je eigen
weg van lijden. Je verliest een baan, je verliest gezondheid, een
geliefde van
je sterft. Je kan je leven dan onaangedaan vervolgen. Er gebeuren nu
eenmaal
nare dingen, maar ja, die gebeuren nu eenmaal. ‘Shit happens’. Je
parkeert ze,
kadert ze in, dat was het en je gaat verder. Je doet alsof er verder
niets aan
de hand is. En dat vind je mooi want op die manier houd je je leven in
je hand,
blijf je de mens die je was. Maar
je kan er ook
anders in staan. Je kan het ook toelaten. Het verdriet, het lijden het
ongeluk
in je leven is niet iets dat geparkeerd staat, je kan het toelaten als
onderdeel van je leven. Als iets wat ook bij je leven hoort. Niet van:
dat
hoort nu eenmaal bij het leven. Nee, in al zijn vreselijkheid hoort het
bij jouw
leven. Is het daar onderdeel van geworden. Maar
het staat er niet alleen.
Het is onderdeel van het leven van
Christus geworden. Hij heeft je betrokken bij zijn gang naar het graf.
Hij
heeft jouw voeten gewassen, hij heeft ze gewikkeld in zijn linnen
doodsdoek en
je hebt het toegelaten. Je bent met hem mee gegaan in zijn gang. OK,
net even
anders, het is niet jouw kruisiging, maar je hebt in je eigen leven je
eigen
portie wel en dat is genoeg. Jezus
nodigt je uit, om
jouw verdriet en de moeilijke dingen van jouw leven te zien als iets
dat te
maken heeft met zijn lijden. Het is jouw manier om zijn kruis te dragen
en zijn
lijden is zijn manier om jouw kruis te dragen. Hij nodigt je uit om
jouw
verdriet te zien als iets dat net als zijn dood en lijden bij God
terecht komt.
Met de belofte dat hij het verzorgen zal, dat hij je vernieuwen zal als
een
mens van pijn en een mens van verdriet, maar wel als zijn mens,
hersteld,
herrezen. En
zoals het is tussen
Christus en jou, zo is het tussen ons, als zijn leerlingen. Wij gaan
met elkaar
om in de geest van dit voeten wassen. Hij wast onze voeten en wij
wassen de
voeten van een ander. We gaan met elkaar om in deze geest van
dienstbaarheid.
En in het besef dat we elkaar zo betrekken bij de gang van Christus
door de
dood en naar het leven. Dat we zo elkaar dragen naar het leven. Amen. |