Terug naar Actueel
Terug naar Homepage
|
Wat
kunnen we leren van de Evangelische beweging? Met deze titel geef ik aan dat ik
het vanavond niet wil hebben over wat mij tegenstaat in de evangelische
beweging, waar ik het niet mee eens ben.
Voor mij
stelt de evangelische beweging een aantal wezenlijke zaken aan de orde, die wij
als kerk moeten oppakken. Ik zal er vanavond voor pleiten om een aantal zaken
die door hen aan de orde gesteld worden naar ons eigen werk te vertalen. Op
onze eigen manier. We hoeven dat niet op dezelfde manier te doen als zij.
Als ik
het vanavond heb over Evangelische beweging versta ik daar voor het gemak even
alle evangelische, evangelicale en charismatische groepen binnen en buiten onze
kerk onder.
I.
Evangelisatie en gemeentegroei
1. De
evangelische beweging is gericht op mensen buiten de kerk.
Officieel
vindt de Hervormde kerk dat ook. Sinds 1945 heeft de Hervormde kerk zich in al
haar werk gericht op de herkerstening van Nederland.
Alleen
in de praktijk richt elke wijkgemeente zich op haar eigen wijk en dat niet
eens, maar men richt zich op de eigen kaartenbak. Er worden nauwelijks pogingen
gedaan mensen van buiten de gemeente bij het werk te betrekken. Ik vind dat wij
ons meer naar buiten moeten richten.
2. De
evangelische beweging wil mensen van buiten de kerk betrekken bij het evangelie
door hen de hoofdzaken van het evangelie voor te houden: de opstanding van
Christus, de verwachting van Gods koninkrijk, de vergeving van zonden etc.
Ze
concentreren zich op het hart van het christelijke geloof en willen dat
communiceren en daar mensen bij betrekken. In management-taal zou je kunnen
zeggen: ze concentreren zich op de core-business.
De enige
manier waarop de Hervormde kerk er na 1945 in geslaagd is naar buiten te treden is
door haar ethisch spreken en diakonaal handelen: haar spreken in de
Nieuw-Guinea-kwestie, de veroordeling van het gebruik (1962) en bezit (1982)
van atoomwapens en de akties tegen de kruisraketten, haar spreken over armoede
en asylzoekers en het daadwerkelijk opkomen voor hen. Prima uitspraken en
akties, ben ik allemaal voor, alleen in al deze akties heeft men niet het
geloof kunnen communiceren.
Ik denk
dat we bij onszelf te raden moeten hoe ons naar buiten treden verbonden kan
worden met de hoofdzaken van ons geloof. Ik denk dat we juist met onze gelovige
aktiviteiten naar buiten moeten treden: kerstnachtdiensten, palmpaasoptochten,
gewone diensten, bijbelgroepen, gebedsgroepen, geloofsopvoeding etc.
3. In de evangelische beweging is men
gericht op groei van de gemeente. In de Hervormde gemeente niet. Iemand uit de
Evangelische beweging heeft eens gezegd: "Weet je wat het is met de
Hervormde en Gereformeerde kerken: ze willen niet groeien". Dat is een
harde uitspraak. Maar ik denk dat de man die dat gezegd heeft gelijk heeft.
Als wij
nadenken over de toekomst denken wij alleen aan legere kerken. Je kan zeggen
dat is reeel gezien de verdergaande secularisatie. Toch lijkt het er op alsof
de kerken de leegloop van de kerken als een soort doem over zich heen laten
komen. Alsof het alleen maar een soort abstakte maatschappelijke ontwikkeling
betreft waartegen weinig te doen is.
In de
evangelische beweging gaat men uit van gemeentegroei. De vraag is daar: hoe
laten we onze gemeente groeien. Men stelt zich ook concrete doelen: komend jaar
zoveel mensen erbij, het jaar daarop zoveel mensen erbij. En men maakt een
aktieplan dat daarop gericht is.
Je
richten op groei geeft een heel andere manier van optreden en denken. Je
insteek in al je aktiviteiten wordt anders. Om te groeien moet je eerst willen
groeien. Het noodzaakt je ook veel meer te kijken waar mensen in hun dagelijkse
belevingswereld zitten die je wilt benaderen.
Als ik
denk waar de groei van onze kerken kan zitten dan denk ik dat die juist daar
kan zitten: dichter aansluiten bij de (culturele) leefwereld van mensen. Het
rapport "God in Nederland" constateert dat de godsdienstigheid is
toegenomen, maar dat de kerkelijkheid is afgenomen. Ik denk dat wij die kloof
moeten zien te overbruggen. Enerzijds door mensen instrumenten in handen te
geven waarmee ze hun prive-godsdienstigheid christelijk kunnen inkleuren.
Anderzijds door de georganiseerde godsdienstigheid, de kerkelijkheid veel
toegankelijker en breder te maken.
4. Men
is niet alleen gericht op gemeentegroei, maar ook op gemeentestichting. Men
sticht aktief nieuwe gemeenten, vaak als afsplitsing van een moedergemeente. Ik
vind het interessant dat de Anglicaanse kerk in Engeland deze wijze van werken
heeft overgenomen. Men zendt een predikant naar een gebied waar het kerkelijk
leven zwak is en laat hem echt uit het niets een nieuwe gemeente bouwen. Vanuit
de veronderstelling dat iets nieuws opbouwen ook op de omliggende,
concurrerende gemeenten goed kan werken. En ook vanuit de sociologische
wetenschap dat een gemeente nooit boven de grens van 150, misschien 170 vrijwilligers
terecht kan komen. Dan wordt ie te groot en willen mensen niet aktief worden.
De Anglicaanse kerk is trouwens een kerk die zeer openstaat voor de
evangelische beweging en daar ook door opgebloeid is.
II.
Spiritualiteit
Er is in
de volle breedte van de protestantse kerk een ontwikkeling gaande waarbij meer
de nadruk ligt op de ervaring, op het gevoel, op de spiritualiteit en minder op
het woord en het intellekt.
1. In de Hervormde kerk is die
ontwikkeling vooral gestimuleerd door de zgn. liturgische beweging, die vanaf
het begin van de eeuw de liturgie op de agenda van de kerk heeft gezet. Alleen
zij had een hele specifieke invulling van liturgie. Haar voorbeelden haalde zij
uit de Anglicaanse High-church of uit de Katholieke kerk. Je moet daarbij
denken aan de vespers, of aan het teruggrijpen op het gregoriaans, kortom op
een spriritualiteit die ik zou willen typeren met "verstilling" en
met "afstand-houden". Het is een spirituele traditie die voortkomt
uit het klooster en die haar verspreiding altijd onder de hogere lagen van de
bevolking gehad heeft.
De
spiritualiteit van de evangelische beweging past ook in de ontwikkeling van
meer accent op ervaring en gevoel, maar heeft andere bronnen dan de
klooster-spiritualiteit.
In haar
muziek sluit ze aan bij de traditie van de volksmuziek. Volksmuziek is altijd
vrolijk, vitaal. De opwekkingsliederen zijn ook vaak letterlijk opgewekt. De
muziek wil geen afstand houden, maar de mensen in het hart raken, ze meenemen.
De evangelische beweging heeft dan ook geen moeite om de pop-muziek - die haar
wortels in de Europese en Afrikaanse volksmuziek heeft - in haar diensten te
integreren.
Ik denk
dat we beide muzikale tradities nodig hebben zowel de meer afstandelijke als de
vrolijke, op het gevoel spelende muziek. Op dit moment wordt door de landelijke
kerk alleen de eerste soort muziek gepromoot. Daar moet verandering in komen.
Op plaatselijk vlak, hier in Heerenveen, moeten we experimenteren met andere
muziek. Het is denk ik ook goed om niet alleen geld voor een orgel en voor
orgelbespeling uit te trekken, maar ook voor andere muziek.
2. In de protestantse traditie is
alles gericht op de geest en het intellekt. In de evangelische beweging is er
ook aandacht voor het lichaam.
De
omgang met het lichaam is anders. De protestantse traditie staat in de stoische
traditie van beheersing van het lichaam. Stil-zitten, discipline. De
evangelische beweging sluit aan op volksere vormen van omgang met het lichaam,
die in onze cultuur aan populariteit winnen: beweging, aanraken, omarmen, zelfs
je lekker laten gaan, vallen in de Geest heet dat in jargon of zelfs lekker
kronkelen zoals bij de Toronto-blessing.
Er is in
de evangelische beweging meer aandacht voor de gewijde aanraking. Er is
aandacht voor zegening, voor handoplegging. Men durft te vertrouwen op de aanraking.
Men durft ook genezing weer een rol te laten spelen. Dat sluit aan op het
groeiende inzicht dat bij ziekteprocessen geestelijke faktoren een grote rol.
Dat er meer eenheid van lichaam en geest is dan in de medische wetenschap, tot
voor kort werd aangenomen. De geest van Christus, een perspektief in je leven,
je gedragen weten door de liefde van God - en dat daadwerkelijk in een
aanraking ervaren - kan genezend werken.
In onze
diensten zou meer plaats moeten zijn voor zegening en handoplegging bij
specifieke gelegenheden (bij verhuizing, of een grote reis, bij ziekte). In
onze diensten zou lichamelijkheid (bewegen, dansen, klappen, met de handen
reiken,omarmen) een grotere plaats moeten hebben.
III Demokratie
Een
derde punt, dat ik verder niet uitwerk, is het demokratische ethos van de
evangelische beweging. Het vertrouwt op het eigen initiatief van mensen en
stimuleert dat. Het wacht niet tot een kerkelijk orgaan een besluit neemt.
Willen we, een groepje mensen uit verschillende kerken, een boekwinkel, dan
openen we een boekwinkel. Willen we een koffiebar, dan beginnen we ermee.
Willen we een mars voor Jezus, dan organiseren we die. De evangelische beweging
is wat dat betreft toegesneden op dit tijdperk: een platte organisatie, die de
vorm van een netwerk heeft. De evangelische beweging is een soort internet.
19 november 1997
|